De Koperwiek (Turdus iliacus) is een middelgrote zangvogel die behoort tot de familie van de lijsters (Turdidae). Deze vogelsoort is voornamelijk te vinden in de gematigde streken van Europa en Azië, waaronder Nederland. Met zijn opvallende uiterlijk en unieke geluid is de koperwiek een interessante vogel om te observeren.
Uiterlijk van de koperwiek
De koperwiek heeft een lengte van ongeveer 24 centimeter en een spanwijdte van 34 tot 36 centimeter. Het verenkleed van de mannelijke en vrouwelijke koperwiek is vrijwel identiek. Ze hebben een bruine rug en flanken, een witte buik en een opvallende oranjebruine borst. Ook hebben ze opvallende gele oogringen en een opvallende witte wenkbrauwstreep.
Koperwiek geluid
De koperwiek staat bekend om zijn karakteristieke roep, die als een zacht fluitend “tsiep” geluid klinkt. Deze roep is vooral te horen tijdens de vlucht of wanneer de vogels in een groep zitten. Het geluid van de koperwiek is kenmerkend en kan helpen bij het herkennen en lokaliseren van deze vogelsoort.
Leefgebied
De koperwiek is een trekvogel die voornamelijk in de wintermaanden in Nederland verblijft. Tijdens de zomermaanden broeden ze in de noordelijke delen van Europa en Azië. In Nederland zijn ze voornamelijk te vinden in bossen, parken en tuinen, waar ze foerageren op bessen en insecten.
Voeding
De voeding van de koperwiek bestaat voornamelijk uit bessen, zoals lijsterbessen, rozenbottels en meidoornbessen. Daarnaast eten ze ook insecten, wormen en slakken. Het dieet van de koperwiek kan variëren afhankelijk van het seizoen en de beschikbaarheid van voedsel.
– Bessen
– Insecten
– Wormen
– Slakken
Voortplanting
De koperwiek broedt in de noordelijke delen van Europa en Azië. Het nest wordt gebouwd in bomen of struiken, meestal op een hoogte van 2 tot 5 meter boven de grond. Het nest bestaat uit takjes, mos en gras, en wordt bekleed met modder en wortels. Het vrouwtje legt gemiddeld 4 tot 6 eieren, die ze alleen of samen met het mannetje uitbroedt.
Koperwiek broedseizoen
Het broedseizoen van de koperwiek begint in april en duurt tot juli. Tijdens deze periode zijn de vogels druk bezig met het bouwen van nesten, het leggen van eieren en het voeden van de jongen. Na ongeveer 12 tot 14 dagen komen de eieren uit en na nog eens 12 tot 14 dagen verlaten de jongen het nest.
– Broedseizoen: april tot juli
– Gemiddeld aantal eieren: 4 tot 6
– Nestbouw: takjes, mos, gras, modder en wortels
Bedreigde status
De koperwiek heeft momenteel geen bedreigde status en wordt als een stabiele vogelsoort beschouwd. Ze profiteren van de beschermde leefgebieden en de aanwezigheid van voldoende voedselbronnen.
Familie
De koperwiek behoort tot de familie van de lijsters (Turdidae). Andere vogelsoorten die tot deze familie behoren zijn onder andere:
– Merel (Turdus merula)
– Kramsvogel (Turdus pilaris)
– Zanglijster (Turdus philomelos)
Vergelijkbare vogels
Hoewel de koperwiek unieke kenmerken heeft, zijn er ook andere vogelsoorten die op deze soort lijken maar niet tot dezelfde familie behoren. Enkele voorbeelden hiervan zijn:
– Kramsvogel (Turdus pilaris)
– Goudhaantje (Regulus regulus)
– Koolmees (Parus major)