Temmincks strandloper

De Temmincks strandloper, ook wel bekend onder zijn Latijnse naam Calidris temminckii, is een kleine vogelsoort die behoort tot de familie van de strandlopers (Scolopacidae). Deze vogel komt voor in verschillende delen van Europa, Azië en Noord-Amerika. In Nederland is de Temmincks strandloper een zeldzame gast, maar soms kan hij worden waargenomen tijdens de vogeltrek.

Uiterlijk van de Temmincks strandloper

De Temmincks strandloper is een kleine steltloper met een lengte van ongeveer 15 tot 18 centimeter. Het verenkleed van de mannetjes en de vrouwtjes is vrijwel identiek. Ze hebben een donkerbruine rug en vleugels, met witte onderdelen en een witte buik. Een opvallend kenmerk van deze vogel zijn de korte gele poten. Daarnaast heeft de Temmincks strandloper een relatief lange snavel, die naar beneden gebogen is.

Temmincks strandloper geluid

De Temmincks strandloper maakt verschillende geluiden, waaronder een zacht piepend geluid dat lijkt op “tjuie-tjuie”. Dit geluid wordt voornamelijk gebruikt als contactroep tussen de vogels onderling.

Leefgebied

De Temmincks strandloper broedt in toendra-gebieden in het noorden van Europa en Azië. In de winter migreert hij naar kustgebieden in Zuid-Europa, Afrika en Azië. Tijdens de trek kan hij ook worden waargenomen in Nederland. De Temmincks strandloper houdt zich voornamelijk op in modderige kustgebieden, slikken en kwelders. Hij foerageert op kleine insecten, wormen en schelpdieren die hij uit de modder haalt.

Voeding

De Temmincks strandloper voedt zich voornamelijk met kleine insecten, wormen en schelpdieren. Hij heeft een speciale techniek ontwikkeld om voedsel uit de modder te halen. Met zijn lange snavel prikt hij in de modder en haalt hij kleine beestjes naar boven. Daarnaast foerageert hij ook op het land, waar hij insecten oppikt van het gras en de planten.

Enkele voorbeelden van voedsel dat de Temmincks strandloper eet zijn:
– Insecten
– Wormen
– Schelpdieren
– Kleine kreeftachtigen
– Zaden en bessen

Voortplanting

De Temmincks strandloper broedt in de toendra-gebieden van Europa en Azië. Het vrouwtje legt meestal 4 eieren, die ze in een ondiep kuiltje in de grond legt. Beide ouders broeden de eieren uit en zorgen voor de jongen. Na ongeveer 3 weken komen de eieren uit en kunnen de jongen al vrij snel lopen en foerageren. Ze worden nog wel enige tijd door de ouders gevoed.

Temmincks strandloper broedseizoen

Het broedseizoen van de Temmincks strandloper valt in de zomermaanden, meestal van mei tot juli. Dit is de periode waarin ze naar de toendra-gebieden trekken om te broeden. Na het broedseizoen migreren ze naar hun overwinteringsgebieden.

Bedreigde status

De Temmincks strandloper heeft geen bedreigde status en wordt wereldwijd beschouwd als een soort van minste zorg. De populatie van deze vogel is stabiel, maar kan wel worden beïnvloed door veranderingen in zijn leefgebied.

Familie

De Temmincks strandloper behoort tot de familie van de strandlopers (Scolopacidae). Enkele andere vogels die tot dezelfde familie behoren zijn:
– Kanoetstrandloper (Calidris canutus)
Bonte strandloper (Calidris alpina)
– Rosse grutto (Limosa lapponica)
Groenpootruiter (Tringa nebularia)
Tureluur (Tringa totanus)

Vergelijkbare vogels

Hoewel de Temmincks strandloper unieke kenmerken heeft, zijn er enkele vogels die qua uiterlijk en gedrag op hem lijken, maar niet tot dezelfde familie behoren. Enkele voorbeelden hiervan zijn:
Kluut (Recurvirostra avosetta)
Scholekster (Haematopus ostralegus)
– Bonte strandloper (Calidris alpina)
Strandplevier (Charadrius alexandrinus)