De Kneu (Carduelis cannabina) is een kleine zangvogel die behoort tot de familie van de vinkachtigen (Fringillidae). Deze vogelsoort staat ook wel bekend als de Europese distelvink. In deze landingspagina zullen we meer informatie geven over het uiterlijk, het geluid, het leefgebied, de voeding, de voortplanting, het broedseizoen, de bedreigde status, de familie en vergelijkbare vogels van de Kneu.
Uiterlijk van de kneu
De Kneu is een kleine vogel met een lengte van ongeveer 12 tot 13 centimeter. Het mannetje en het vrouwtje hebben een verschillend uiterlijk. Het mannetje heeft een roze-rode borst en een zwarte kop. De rug en vleugels zijn bruin met zwarte strepen. Het vrouwtje heeft een lichtbruine kleur met fijne streepjes op de rug. Beide geslachten hebben een kenmerkende witte vleugelstreep en een zwarte staart met witte buitenveren.
Kneu geluid
De Kneu heeft een karakteristiek geluid dat bestaat uit een zacht, rinkelend gezang. Het mannetje zingt voornamelijk in het broedseizoen om zijn territorium af te bakenen en een partner aan te trekken. Het geluid van de Kneu kan worden omschreven als aangenaam en melodieus.
Leefgebied
De Kneu komt voornamelijk voor in open landschappen zoals heidevelden, duinen, graslanden en akkers. Deze vogelsoort is te vinden in heel Europa, met uitzondering van het noorden van Scandinaviƫ. In Nederland is de Kneu een standvogel en is het hele jaar door te zien. Deze vogels leven vaak in kleine groepen en zijn regelmatig te zien op zoek naar voedsel.
Voeding
De voeding van de Kneu bestaat voornamelijk uit zaden. Ze hebben een voorkeur voor de zaden van distels, maar eten ook zaden van andere planten zoals paardenbloemen en grassen. Daarnaast eten ze ook wel insecten, vooral tijdens het broedseizoen. De Kneu pikt de zaden en insecten van de grond of van planten.
Voortplanting
De Kneu begint met broeden in het voorjaar, meestal in de maanden april en mei. Het vrouwtje bouwt een nest van takjes en gras, meestal in een struik of boom. Het legsel bestaat uit 4 tot 6 eieren die groenblauw van kleur zijn met bruine vlekjes. Het vrouwtje broedt de eieren uit, terwijl het mannetje haar voedt. Na ongeveer 12 tot 14 dagen komen de eieren uit en de jongen worden nog enkele weken gevoed door de ouders.
Kneu broedseizoen
Het broedseizoen van de Kneu begint in het voorjaar en duurt tot in de zomer. In deze periode zijn de vogels het meest actief en zichtbaar. Ze zingen veelvuldig en zijn druk bezig met het bouwen van nesten en het grootbrengen van hun jongen. Na het broedseizoen trekken sommige Kneus weg naar warmere gebieden, terwijl anderen in Nederland blijven.
Bedreigde status
De Kneu is geen bedreigde vogelsoort en de populatie is stabiel. Deze vogels zijn wijdverspreid en komen in grote aantallen voor in heel Europa. Hoewel ze soms te maken hebben met verlies van leefgebied, kunnen ze zich goed aanpassen aan verschillende omgevingen.
Familie
De Kneu behoort tot de familie van de vinkachtigen (Fringillidae). Andere vogels die tot dezelfde familie behoren zijn onder andere de Europese kanarie (Serinus serinus), de groenling (Chloris chloris) en de putter (Carduelis carduelis).
Vergelijkbare vogels
Er zijn ook vogels die op de Kneu lijken, maar niet tot dezelfde familie behoren. Enkele voorbeelden hiervan zijn de geelgors (Emberiza citrinella), de grauwe gors (Emberiza calandra) en de kneu-achtige vink (Serinus serinus). Deze vogels hebben vergelijkbare kenmerken, zoals een kleine gestalte en kleurrijke veren, maar behoren tot andere vogelfamilies.
Hopelijk heeft deze informatie je geholpen om meer te weten te komen over de Kneu. Deze charmante vogelsoort is een prachtige toevoeging aan de Nederlandse vogelpopulatie en is zeker de moeite waard om te spotten tijdens een wandeling in de natuur.